Selecteer een pagina

foto (3)We kennen ze allemaal. Die momenten dat we er iets uit flappen voordat we er erg in hebben. Met het schaamrood op je kaken probeer je er nog alles aan te doen om de situatie draaglijker te maken, maar het kwaad is al geschied. Je hebt domme dingen gezegd en die blijven voor altijd in de lucht hangen. Maar vooral in jouw gedachten!

Jullie zijn daar natuurlijk niet alleen in. Ik praat genoeg vóórdat ik nadenk. Want, the insiders know, ik praat veel. En soms ook best snel. En wie snel praat gaat zijn eigen gedachtes wel eens voorbij. Dus er zijn een boel momenten die ik graag terug zou nemen zodat ik niet meer met een ‘cringing’ gevoel op de bank zit als het moment weer door mijn gedachten schiet. Aan de andere kant is het maar beter dat ik ze niet vergeet, want er is weer een nieuwe ‘no shame in my game’ online. Speciaal voor jullie die ene keer dat ik domme dingen tegen een blinde collega zei.

“Uitgescholden worden voor takkehoer. Met stip op 1 de verschrikkelijkste baan die ik ooit heb gehad.”

Het was jaren geleden. Een van mijn eerste baantjes, bij de klantenservice van Hi. Lekker de hele dag gebeld worden, klanten uitleggen waarom hun abonnement stopgezet was, uitgescholden worden voor takkehoer, urenlang met oudjes aan de lijn hangen die hun kleindochter willen smsen (ja, het was nog het smstijdperk). En altijd met een glimlach. Met stip op 1 de verschrikkelijkste baan die ik ooit heb gehad. Waarschijnlijk omdat ik het ook fulltime deed. Ik was dan ook in mijn nopjes toen ik met de teamleider mee naar de supermarkt mocht om fruit te halen. Het halve callcenter was namelijk ziek en de baas wilde zich van zijn beste kant laten zien door iedereen een zakje met fruit aan te bieden (of eigenlijk er gewoon voor zorgen dat er niet nog meer mensen ziek werden, kies jij maar). Alleen moest van ieder fruitstuk nog wel eentje in een zakje. Voor ie-der-een in het he-le gebouw. Met de vriendelijke groeten van SNT. Een dagtaak dus. Maar prima, want ik hoefde niet aan die vervloekte telefoon te hangen.

Samen met een paar andere collega’s werden we in de kantine geplaatst met de dozen fruit en plastic zakjes voor onze neus. Inpakken die hap. Appeltje, verrot peertje, zacht mandarijntje, zwart banaantje, hoppa in het zakje. Knoop erin en op naar de volgende. Uiteraard bleef het niet stil tijdens het inpakken. Aangezien we met meer dan 100 man op de vloer zaten kende ik lang niet iedereen en was het leuk om eens in contact te komen met collega’s van een ander bel-eiland. Zo was daar ook een blinde collega die ik regelmatig op de vloer zag. Elke dag liep hij met zijn blindengeleidehond naar zijn speciale werkplek met braillecomputer. Ik was er altijd door gefascineerd. Hij had namelijk een speciaal brailletoetsenbord waar hij alles wat op zijn beeldscherm was te zien kon lezen. Zo vertelde hij uiteraard. Wat ik hem daarna vroeg weet ik niet meer, waarschijnlijk overschaduwd door de enorm domme opmerking die daarna kwam.

“Voordat ik ook maar kon denken dat het het stomste ooit was, gooide ik het eruit…”

Meneer de collega vertelde verder over zijn hightech computer en ik hing aan zijn lippen, de appels en peren bijna vergetend. Hij was klaar met de uitleg over de werking van zijn toetsenbord en ging door met het inpakken. En voordat ik ook maar kon denken dat het het stomste ooit was, dat ik uitgelachen kon worden door een ieder die mij maar hoorde, gooide ik het er zo uit. ‘Oh! Dus je kan ook blind typen?!’ Bij het horen van mijn eigen woorden werd ik al kotsmisselijk van de domheid. Naast mij hoorde ik luid geproest van een meeluisterende collega. En mijn blinde mede inpakker begon hard te lachen. ‘Eeeh, ja dat kan ik inderdaad!’ bulderde hij door de kantine. In mijn hoofd was het totale chaos. Al mijn stemmetjes gilden tegelijk. ‘WAT ZEG JIJ NOU JOH?! HIJ.IS.BLIND.GAPPIE! TUURLIJK KAN HIJ BLIND TYPEN’ Ik kon al die appels, peren, bananen, mandarijnen en ander verrot fruit wat de supermarkt maar al te graag kwijt wilde wel in een keer in m’n strot douwen zodat ik nooit meer wat kon zeggen en het voor mezelf verkloten. Maar ja, welbekend, het kwaad was al geschiet. Dus besloot ik geen poging te doen om mijn domme opmerking goed te praten, maar ging ik stug door met inpakken en lulde de tijd maar vol met andere prietpraat.

Gelukkig was mijn collega niet boos en kon er smakelijk om gelachen worden. Wel  was het verhaal binnen de kortste keren meerdere malen over de vloer gegaan. Oh well, je moet wat als je je baan niet leuk vindt. Bezorgde ik mijn collega’s in ieder geval een fruitzakje en een lach van de dag.

Love, peace and Jamie Oliver’s awesome Pear Tart Tartin
sigwhite2